Dit zijn de namen
Het boek "Dit zijn de namen" is geschreven door Tommy Wieringa. De motieven van het boek zijn afkomst, identiteit en religie. Er wordt veel gebruik gemaakt van beeldspraak.
Het boek is opgedeeld in 3 delen: najaar, winter en voorjaar. Binnen deze delen gaat het verhaal om en om over Pontus Beg en de vluchtelingen. De delen van Pontus Beg zijn in de ik-persoon geschreven. De delen van de vluchtelingen worden door een alwetende verteller vertelt.
Het boek is opgedeeld in 3 delen: najaar, winter en voorjaar. Binnen deze delen gaat het verhaal om en om over Pontus Beg en de vluchtelingen. De delen van Pontus Beg zijn in de ik-persoon geschreven. De delen van de vluchtelingen worden door een alwetende verteller vertelt.
Najaar:
Pontus Beg is een 53 jarige hoofdcommissaris van de politie in de stad Michailopol. Hij heeft een kort lontje. Hij slaat een snelheidsovertreder bijna dood en martelt zijn verdachten tijdens ondervragingen. Hij is zich bewust van de corruptie in zijn stad, die in de voormalige Sovjetrepubliek ligt. Hij doet hier alleen niks aan, sterker nog hij doet er zelfs aan mee. De alleenstaande Pontus heeft soms seks met zijn huishoudster Zita. Door de dood van een plaatselijke rabbijn ontmoet hij een andere rabbijn, Zalman Eder. Hij vertelt Pontus dat het liedje dat zijn moeder vroeger voor hem zong een Joods liedje is. Hierdoor begint Pontus te denken dat zijn moeder en hijzelf misschien Joods zijn. Pontus is gefascineerd door de rabbijn en begint oude Joodse boeken te bestuderen.
Ondertussen zijn zeven vluchtelingen op de steppe
van dezelfde voormalige Sovjetrepubliek op zoek naar een nieuw thuis. Vijf mannen, een vrouw en een jongen. Een van de mannen, een Ethiopiër, is een onbekende in het gezelschap. Hij heeft andere rituelen en valt daarom buiten de groep.
Het is erg warm en ze kunnen weinig eten vinden. Ze verzwakken met de dag en de 2 dominante mannen van de groep (Vitaly en de man uit Achjabad) raken steeds geïrriteerder. Een van de volgzame mannen sterft, de ander bezwijkt bijna aan een ontsteking en de groep begint
zich tegen de Ethiopiër te keren. De Ethiopiër wordt op een ochtend dood aangetroffen door de jongen. Zijn schedel is ingeslagen.
Winter:
De vluchtelingen komen aan in Michailopol.
Ze zien eruit als geesten en ze stelen. De burgemeester vraagt aan Pontus om ze
op te sporen. Ze blijken volledig uitgemergeld te zijn. De vrouw is zwanger. Zij en de jongen worden naar een ziekenhuis gebracht. In de bagage van de vluchtelingen wordt een
afgehakt hoofd gevonden. Pontus verhoort de mannen over het hoofd. Een van de vluchtelingen bezwijkt onder de druk die Pontus uitoefent. Hij vertelt dat de vluchtelingen de zwarte man samen vermoord hebben, omdat
zij kwade tekenen in hem zagen. Pontus heeft het met rabbijn Eder over de kwaadaardigheid van mensen.
Hij heeft de reis van de vluchtelingen namelijk gereconstrueerd, waaruit bleek dat ze
zijn opgelicht. Ze zijn door mensensmokkelaars in een vrachtwagen over een
niet-bestaande grens gevoerd en de steppe ingestuurd. Pontus fascineert zich over de tocht van de vluchtelingen. Hij denkt dat de vluchtelingen
het afgehakte hoofd vanuit religieuze redenen meegenomen hebben. Rabbijn Eder denkt dat de vluchtelingen dit uit bijgeloof gedaan hebben.
Voorjaar:
Pontus neemt de jongen mee met zijn auto. Eenmaal buiten de stad wijst hij in de verte, naar waar Israël ligt. Pontus stelt voor dat de jongen
daar samen met hem naartoe gaat. Zij zullen dan als Joden in Israël leven. De jongen zou dan Pontus' geadopteerde zoon worden.
De titel van het boek verwijst naar de eerste zin van het Bijbelboek Exodus: 'Dit zijn de namen van de zonen van Israël...'. De titel verwijst ook naar een oud Chinees gezegde: 'De naam is de gast van het echte ding'. Dit slaat op de losse relatie tussen een naam en wie/wat je een naam geeft.
Het motto van het verhaal is:
"Zolang je ouders nog leven, reis dan niet te ver weg. Indien je op reis moet, laat ze dan weten waar je naartoe gaat."’
Ik vond een saai boek om te lezen. Hoewel het best interessant had kunnen zijn om Pontus te volgen in de zoektocht naar zijn Joodse afkomst, vond ik het boek niet diep genoeg ingaan op Pontus' afkomst. Dit maakte het verhaal te langdradig en vlak. Dit effect werd versterkt door de overmaat aan beeldspraak en het ouderwetse taalgebruik van Wieringa. Ik kon niet meeleven met de karakters, die vrijwel allemaal een duistere kant hebben. Afkomst en het zoeken naar een identiteit zijn mooie motieven, waar Wieringa naar mijn mening geen recht aan doen.
De titel van het boek verwijst naar de eerste zin van het Bijbelboek Exodus: 'Dit zijn de namen van de zonen van Israël...'. De titel verwijst ook naar een oud Chinees gezegde: 'De naam is de gast van het echte ding'. Dit slaat op de losse relatie tussen een naam en wie/wat je een naam geeft.
Het motto van het verhaal is:
"Zolang je ouders nog leven, reis dan niet te ver weg. Indien je op reis moet, laat ze dan weten waar je naartoe gaat."’
Ik vond een saai boek om te lezen. Hoewel het best interessant had kunnen zijn om Pontus te volgen in de zoektocht naar zijn Joodse afkomst, vond ik het boek niet diep genoeg ingaan op Pontus' afkomst. Dit maakte het verhaal te langdradig en vlak. Dit effect werd versterkt door de overmaat aan beeldspraak en het ouderwetse taalgebruik van Wieringa. Ik kon niet meeleven met de karakters, die vrijwel allemaal een duistere kant hebben. Afkomst en het zoeken naar een identiteit zijn mooie motieven, waar Wieringa naar mijn mening geen recht aan doen.
Recensies:
-https://www.volkskrant.nl/recensies/dit-zijn-de-namen~a3858528/
-http://www.librisliteratuurprijs.nl/2013/wieringa
Geen opmerkingen:
Een reactie posten