Het Wederzijds Huwelijksbedrog
Het wederzijds huwelijksbedrog is een 18de eeuws toneelstuk, dat als boek is uitgebracht. Het is geschreven door Pieter Langendijk. Het is een blijspel waarin geld, bedrog en liefde de thema's zijn. Het boek is geschreven in hexameters (zinnen met 12 of dertien lettergrepen), waarbij Langendijk een gepaard rijm hanteert (aabbcc). Hierbij wisselt hij vrouwelijk rijm af met mannelijk rijm. Het taalgebruik is zeer modern voor de verlichting, omdat het geen overdrijving of beeldspraak bevat. Het toneelstuk is opgebouwd uit vijf
bedrijven: expositie (kennismaking met de hoofdpersonen), intrige (wederzijds
bedrog), climax (liefde tussen Jan en Klaar), catastrofe (conflicten tussen de
geliefden) en peripetie (ontknoping).
Het boek begint met drie korte teksten:
-De eerste is een sonnet van Langendijk, dat hij opdraagt aan dichter Govert van Mater.
-De tweede tekst is een proza genaamd 'Voorrede'. Hierin beschrijft Langendijk zijn kritiek over het toneel van de 18e eeuw. Zo vindt hij dat er meer blijspel geschreven zou moeten worden, in plaats van moderne historiespelen. Het blijspel zou het gedrag van de burgers verbeteren, omdat zij tijdens het blijspel personages met onfatsoenlijk gedrag aanschouwen. Langendijk gaat er hier van uit dat de burgers, bij het zien van deze onfatsoenlijkheden, zich hoffelijker gaan gedragen.
-De derde tekst genaamd 'Vertoners' is een lijst met de in het toneelspel voorkomende personages.
In het eerste bedrijf (de expositie) worden Lodewijk en Jan geintroduseerd. Lodewijk (de hoofdpersoon) is van adellijke komaf en goed gemanierd. Hij is echter arm en heeft geld nood. Jan is de bediende van Lodewijk. Net als Lodewijk zat Jan in het leger. Hij is echter uit het leger gezet, omdat hij het paard van de kapitein heeft gestolen. Lodewijk is daardoor ook uit het leger gezet. Jan is een arme dief en niet te vertrouwen.
De jongens wandelen door de Maliebaan in Utrecht, Lodewijk's geboortestad. Tijdens hun wandeling komen ze een mooie jongedame tegen, Charlotte. Lodewijk vindt dat ze er welvarend uitziet en probeert hier zijn voordeel mee te doen. De jongens spreken af om te doen alsof zij ook rijk. Ze huren een kamer in de herberg, die tegenover Charlotte's huis staat. Lodewijk besluit om zich als graaf van het verzonnen Habislouw voor te stellen. Jan stelt zich op als een Poolse baron.
De jongens wandelen door de Maliebaan in Utrecht, Lodewijk's geboortestad. Tijdens hun wandeling komen ze een mooie jongedame tegen, Charlotte. Lodewijk vindt dat ze er welvarend uitziet en probeert hier zijn voordeel mee te doen. De jongens spreken af om te doen alsof zij ook rijk. Ze huren een kamer in de herberg, die tegenover Charlotte's huis staat. Lodewijk besluit om zich als graaf van het verzonnen Habislouw voor te stellen. Jan stelt zich op als een Poolse baron.
Hun plan is dat de bediende, Fop, moet doen alsof hij een pachter is die geld komt brengen. De andere bediende, Hans, moet doen alsof hij een Franse juwelier is, die een ring aan haar probeert te verkopen. De ring in kwestie is al eigendom van Charlotte en is gemaakt van nep goud. Als Lodewijk eenmaal op bezoek komt weet Charlotte hem zover te krijgen dat hij de ring voor 800 gulden aan haar cadeau doet. Tijdens het bezoek worden Lodewijk en Charlotte echt verlieft op elkaar, waarbij hun geldmotieven op de achtergrond belanden. Lodewijk en Charlotte verwachten binnenkort te trouwen. Als Lodewijk vertrokken is maakt moeder Constance zich zorgen over de bruidsschat, die zij niet voor haar dochter zou kunnen betalen. Ze besluiten dat Charlotte zonder de goedkeuring van haar moeder met Lodewijk zal trouwen (schaking). Hierdoor vervalt de plicht om een bruidsschat te betalen.
In het derde bedrijf (de climax) wordt Klaar, een bediende van Charlotte, naar Lodewijk gestuurd. Zij vertelt Lodewijk dat Constance van plan is om Charlotte in het klooster op te laten nemen. Klaar raadt Lodewijk aan om Charlotte te schaken (zodoende wordt door deze leugen de schaking gerealiseerd). Terwel Jan zijn liefde voor Klaar bekend, schrijft Lodewijk een brief aan Charlotte met de boodschap dat hij haar zal komen redden. Klaar brengt de brief vervolgens naar Charlotte en keert al snel met een antwoord terug. Charlotte zal Lodewijk om zeven uur' s avonds ontvangen op haar balkon.
In het vierde bedrijf (de catastrofe) komt Karel, kapitein in het leger en de broer van Charlotte, thuis van zijn reis. Hij heeft samen met zijn vrouw Sofy een tocht gemaakt. Hij is vooruit gereisd om zijn moeder op te halen voor het vervolg van hun tocht. Constance vertelt Karel over de liefde tussen Charlotte en de 'rijke' Lodewijk. Karel merkt echter op dat dit 'droomprinsverhaal' niet realistisch is en vindt de situatie verdacht. Ondertussen is Hans, de man van Klaar, te weten gekomen dat Klaar en Jan verlieft en verloofd zijn. Hans en Klaar krijgen ruzie. Als ze eenmaal uitgepraat zijn denkt Hans dat hij haar liefde verzilverd heeft. Klaar kiest echter voor de 'edele' Jan. Als Klaar en Jan elkaar weer ontmoeten betrapt Hans hen. Er breekt een gevecht uit, waarbij Jan Hans in elkaar slaat. Jan belooft Hans na afloop wel dat hij de hofmeester van de graaf van Habislouw mag worden, om Klaar een plezier te doen.Tot slot het vijfde bedrijf (de peripetie en de ontknoping). Jan en Klaar zijn in gesprek met elkaar als Constance thuiskomt met Karel en Sofy. Karel herkent Jan als de uit het leger gezette soldaat die zijn paard gestolen heeft, en confronteert hem. Jan geeft zijn ware identiteit bloot en wordt gevangen genomen. Lodewijk realiseert zich dat hij snel zal volgen en onthult zijn ware identiteit. Hij blijkt de broer van Sofy te zijn. Sofy probeert haar broer te redden door de situatie te nuanceren: 'Constance is rijk genoeg, dus waar maken we ons zorgen om? Karel wordt hiermee gedwongen om op te biechten dat ook zijn familie zich rijker voordoet, dan zij werkelijk is. Omdat Karel zich erg schuldig voelt over zijn schijnvertoning, biedt hij Lodewijk een nieuwe baan in het leger aan. Ook geeft hij Lodewijk geld om zijn schuldeisers te betalen. Jan stilt echter dit geld en gaat er mee vandoor. Zo eindigt iedereen als bedrieger en bedrogene.
Er is geen duidelijk motto af te leiden uit dit boek. Het toneelspel heeft echter wel een duidelijke functie: Het afschrikken van slechte gedragingen onder burgers. Deze aanpak was zeer effectief ten tijde van de verlichting, omdat men juist zo beschaafd mogelijk wilde zijn en overkomen.
Langendijk houdt zich bij het Wederzijds huwelijksbedrog aan de eenheden van tijd en plaats: het verhaal speelt zich in 1 dag af, waarbij het decor de plaats Utrecht is. Alleen de eenheid van handelingen lapt Langendijk aan zijn laars: Er zijn veel nevenintriges zoals bijvoorbeeld de liefde en ruzie tussen Klaar en Jan.
Langendijk hanteert bij zijn personages verschillende woordkeuzes, om de klassenverschillen zo authentiek mogelijk over te laten komen. Dit maakt het toneelspel realistischer en geloofwaardiger.
Ik vond het Wederzijds huwelijksbedrog een vermakelijk boek om te lezen. Het feit dat iedereen over zijn of haar identiteit liegt om rijkdom en/of liefde te vergaren is een interessant scenario. Hierdoor werd het boek nooit saai.
Informatie:
Auteur: Pieter Langendijk
Recensies:
- Niet beschikbaar
- Niet beschikbaar
Langendijk hanteert bij zijn personages verschillende woordkeuzes, om de klassenverschillen zo authentiek mogelijk over te laten komen. Dit maakt het toneelspel realistischer en geloofwaardiger.
Ik vond het Wederzijds huwelijksbedrog een vermakelijk boek om te lezen. Het feit dat iedereen over zijn of haar identiteit liegt om rijkdom en/of liefde te vergaren is een interessant scenario. Hierdoor werd het boek nooit saai.
Informatie:
Auteur: Pieter Langendijk
Jaar uitgave: | 1714 |
Uitgeverij: | Hendrik van de Gaete |
Plaats: | Amsterdam |
Aantal pagina's: | 168 |
Recensies:
- Niet beschikbaar
- Niet beschikbaar