Max Havelaar
Max Havelaar is geschreven door Multatuli. Multatuli is een alias van Eduard Douwes Dekker. Multatuli betekent 'bekend Nederlands auteur'. Het boek gaat over de 19e eeuwse assistent-resident Max Havelaar, die een beter bestaan voor de Javanen in Nederlands-Indië probeert te realiseren. De motieven van het boek zijn onderdrukking, het verzaken van plichten en het strijden voor vrijheid. De thema's zijn rechtvaardigheid en eerherstel. Het boek is geschreven in de ik-vorm, waarbij er vanuit het perspectief van 4 verschillende personages vertelt wordt: Droogstoppel, Stern, Havelaar (gecreert door Stern) en Multatuli. Het verhaal wordt ondersteunt door Bijbelse metaforen en poëzie.
Het boek begint bij de 43-jarige Batavus Droogstoppel. Hij maakt al zeventien jaar koffie voor de firma Last & Co. Hij woont op Lauriergracht 37, Amsterdam. Droogstoppel wil een feitelijk boek schrijven over de koffiecultuur op Nederlands-Indië. Hiermee wil hij zich afzetten tegen de met leugens gevulde boeken van
dichters en romanschrijvers.
Op een avond ontmoet hij een oude schoolvriend in de Kalverstraat. De schoolvriend ziet er armoedig uit: hij draagt een grote sjaal rondom zijn schouders in plaats van een winterjas. Droogstoppel noemt
hem daarom Sjaalman. Sjaalman besluit om een eindje met Droogstoppel mee te lopen. Dit vindt Droogstoppel
erg irritant. Hij mocht Sjaalman niet op school. Sjaalman blijkt ontslagen te zijn door zijn baas, die boekhandelaar is. In hun gesprek komt ook Droogstoppel's wens om een boek te schrijven aan de orde.
De volgende dag ontvangt Droogstoppel een pakket documenten van
Sjaalman. Bij dit pakket zit een brief, waarin Sjaalman hem vraagt de documenten door te lezen. Ook vraagt hij Droogstoppel om een borg te betalen voor de drukkosten. Dit doet Droogstoppel bij de boekhandelaar. In het pakket vindt Droogstoppel een aantal documenten die hij interessant vindt. Een van deze documenten is een verslag over de koffiecultuur in de residentie Menado, dat Droogstoppel voor zijn boek denkt te kunnen gebruiken. Droogstoppel spreekt met de stagiair Ernest Stern af dat Stern, aan de hand van de documenten van Sjaalman, het boek over de koffiecultuur voor hem zal schrijven. Ernest Stern is de zoon van een goede vriend van Droogstoppel, die in Hamburg woont. Hij heeft een talent voor schrijven, wat Droogstoppel nodig denkt te hebben om van Sjaalmans documenten een geheel te
maken. Droogstoppel heeft al een titel voor zijn boek bedacht: 'De koffiveilingen der Nederlandsche Handel-Maatschappy'. Droogstoppel geeft Stern wel aan dat hijzelf soms ook aan het boek zal werken, om er zijn eigen toepassing aan te geven.
maken. Droogstoppel heeft al een titel voor zijn boek bedacht: 'De koffiveilingen der Nederlandsche Handel-Maatschappy'. Droogstoppel geeft Stern wel aan dat hijzelf soms ook aan het boek zal werken, om er zijn eigen toepassing aan te geven.
Op een dag bezoekt Droogstoppel Sjaalman om meer informatie over bepaalde documenten te krijgen. Sjaalman blijkt echter niet thuis te zijn.
Stern begint het verhaal met een beschrijving van Nederlands-Indië. Hij beschrijft de omgeving, de Javanen, het bestuur van Nederlands-Indië en de misstanden die er zich op de kolonie afspelen. De oorspronkelijke bevolking wordt namelijk uitgebuit en gediscrimineerd. Daarna vertelt Stern over de aankomst van Max Havelaar, de nieuwe assistent-resident van Rangkas
Betoeng (de hoofdstad van Lebak). Stern geeft een uitgebreide
beschrijving van de 35-jarige Havelaar. Stern beschrijft Havelaar als een uitstekend
ambtenaar: Hij is, eerlijk, rechtvaardig, geestig en beschaafd. Hij wordt echter ook als een tegenstrijdig karakter, een idealist én een realist neergezet.
Havelaar heeft een lieve vrouw (Tine) en een zoontje ('kleine Max').
Havelaar maakt kennis met een paar autoriteiten, onder wie resident Slijmering, controleur
Verbrugge en de Javaanse regent Negara. Na deze kennismaking wordt Havelaar officieel tot assistent-resident benoemd. Havelaar neemt zich voor om de oorspronkelijk bevolking te
beschermen tegen onderdrukking en mishandeling. De volgende dag
houdt Havelaar een toespraak voor de bestuursleden van Lebak, waarin hij hen van plichtsverzaak, zelfverrijking, onderdrukking en mishandeling beschuldigt. De bestuursleden zouden hoge belastingen innen om hun eigen portemonnee te spekken. Daarnaast geven zij opdracht om de oorspronkelijke bevolking de exploiteren uit winstbejag. Havelaar heeft over deze zaken gelezen in de archiefstukken van zijn voorganger
Slotering. Ook controleur Verbrugge weet van deze misstanden en voegt er een aan toe: het gerucht gaat dat Slotering vergiftigd zou zijn door de schoonzoon van de bejaarde Negara. Havelaar's
superieur, de resident van Bantam Slijmering, heeft niks gedaan om deze misstanden op te lossen. Hij houd zich opzettelijk van de domme in ruil voor grote geldtoeslagen. Deze heeft hij nodig om zijn grote familie en hofhouding te
onderhouden.
Op dit punt in het boek besluit Droogstoppel om Sterns verhaal te onderbreken. Droogstoppel is er achter gekomen dat er in Lebak geen koffie verbouwd wordt. Havelaar heeft niks te maken met de koffiecultuur, waardoor Droogstoppel niet meer over Havelaar wil schrijven. In plaats daarvan schrijft Droogstoppel over de preek van dominee Wavelaar. In deze preek vertelt Wavelaar de Javanen dat zij hard moeten werken om een plek in de hemel te krijgen. De Javanen worden in Lebak opgedragen om koffiebonen te produceren. Zo komt er toch een koffiecultuur op gang in Lebak.
Ook vindt Droogstoppel dat de documenten van Sjaalman niet van christelijke aard zijn. De christelijke Droogstoppel geeft Stern daarom per brief de opdracht om alleen christelijke documenten uit het pakket te verwerken.
Stern schrijft vervolgens verder over Havelaar. In de gesprekken met de autoriteiten vertelt
Havelaar over zijn verleden. In 1842,
toen hij controleur van Natal op Sumatra was, heeft hij een dertienjarig meisje leren
kennen, Si Oepi Keteh ('kleine freule'). Uit de parabel van de Japanse
steenhouwer die hij haar toen verteld had, blijkt dat de mens niet steeds naar
hogere dingen moet streven.
Havelaar neemt zijn functie zeer serieus en helpt zijn vrienden luitenant
Duclari en controleur Verbrugge, om Rangkas
Betoeng rechtvaardiger te maken. Havelaars prioriteit is het bestrijden van de misstanden. Regelmatig komt de oorspronkelijke bevolking bij hem op bezoek om beklag te doen: Zij zijn de onderdrukking en mishandeling meer dan zat. Vele besluiten te vluchten, waarna zij zich aansluiten bij de opstandelingen in de Lampongse
districten. Havelaar probeert regent Negara over te halen om de oorspronkelijke bevolking menselijker te laten behandelen. Negara belooft hier maatregelen voor te nemen, maar doet niks. Hoewel de Nederlandse bevolking weet van de onmenselijke behandeling van de oorspronkelijke bevolking, doen zij hier niks aan. Stern illustreert de ernst van de situatie met een tragisch verhaal over twee Javaanse kinderen: Saïdjah en
Adinda.
Saïdjah is de zoon van een Soedanese landbouwer
in Badoer. Hij ploegt het rijstveld voor zijn vader. Op een dag beschermt hun trouwe buffel Saïdjah tegen een tijger. De buffel wordt echter door het districtshoofd in beslag genomen, net als hun
vorige buffel. Zonder de buffel kan Saïdjahs vader
de landrente niet meer betalen, en hij besluit te vluchten. Hij wordt opgepakt en overlijdt in de gevangenis. Zijn
vrouw sterft van ellende. Saïdjah wordt verliefd op Adinda en vertrekt naar
Batavia om als bendi-jongen (rijtuig koerier) geld te verdienen. Na drie jaar zal hij terugkeren om met Adinda te trouwen. In Batavia klimt hij op tot huisbediende. Als de drie jaar
om zijn keert hij terug naar Badoer. Hij neemt een getuigschrift, geld en een doek
voor Adinda mee. Adinda en haar huis zijn echter onvindbaar. Als
hij hoort dat ze met haar familieleden en vele anderen naar de Lampongs
(Zuid-Sumatra) is vertrokken, besluit hij haar te gaan zoeken. Hij sluit zich
aan bij een bende opstandelingen en vindt uiteindelijk in een brandend dorp
Adinda's lijk. Hij maakt een einde aan zijn leven door op de bajonetten van de
soldaten in te lopen.
Op een middag hoort Havelaar van mevrouw Slotering dat ze
vreest dat hij, net als haar man, vergiftigd zal worden. Havelaar dient vervolgens bij resident Slijmering een schriftelijke
aanklacht tegen de regent in. Slijmering reageert geiriteerd, omdat
Havelaar hem niet eerst mondeling ingelicht heeft en hij het erg druk heeft.
Droogstoppel onderbreekt het verhaal weer en schrijft over
zijn nieuwe poging om Sjaalman te ontmoeten. Daarnaast schrijft hij over een brief waarin 'juffrouw
Sjaalman' van haar familie het advies krijgt te scheiden. Ook beschrijft Droogstoppel een ontmoeting met een resident uit
de Nederlands-Indië, die beweert dat er in Nederlands-Indië helemaal geen onvrede bestaat.
Stern vervolgt zijn verhaal. Resident Slijmering is naar Rangkas Betoeng gekomen om enkele zaken te regelen. Hij
brengt eerst een bezoek aan de regent en geeft hem geld. Daarna praat hij met
Havelaar. Omdat Havelaar weigert zijn aanklacht in te trekken,
komt de zaak bij de gouverneur-generaal terecht. Die ziet zich genoodzaakt om Havelaar voorlopig over te plaatsen naar Ngawi. Havelaar voelt zich beledigd en neemt ontslag. Hij draagt het bestuur over aan Verbrugge en
vertrekt met zijn vrouw en kind naar Batavia, om de gouverneur-generaal te spreken.
Maar zijne excellentie wil hem niet ontvangen, omdat hij een zweer aan zijn
voet heeft en op het punt staat om naar Nederland te vertrekken.
Havelaar besluit om een brief naar de gouverneur-generaal te schrijven, waar niet op geantwoord wordt.
Op het eind stapt Multatuli de schrijfkamer binnen. Hij zegt Stern niet meer nodig te hebben en stuurt hem samen met Droogstoppel weg. Multatuli wil
dat zijn boek gelezen zal worden. Iedereen moet weten dat de Javanen mishandeld
worden. Als hij niet geloofd zou worden zal hij zijn boek in vele talen vertalen, om zo de wereld kennis te laten maken met de misdaden in Nederlands-Indië.
De Javaan moet geholpen worden, langs wettige weg of desnoods met geweld. Hij
draagt zijn boek op aan koning Willem III, keizer van het prachtige rijk van
Insulinde (Nederlands-Indië) 'dat zich daar slingert om de evenaar, als een gordel van smaragd'. Multatuli vraagt hem of het zijn wens is dat Havelaar wordt bespot en meer dan
dertig miljoen onderdanen worden mishandeld en uitgebuit in zijn naam...
Max Havelaar is een dubbelroman. Er zijn 2 verhaallijnen die met elkaar verbonden zijn:
- Het 'Hollandse' verhaal van en over Droogstoppel.
- Het 'Indische' verhaal van Stern over Max Havelaar.
Het verhaal eindigt met een slotschrift van Multatuli zelf.
Het boek is eigenlijk een pleidooi van Dekker, waarin de verhaallijnen van Droogstoppel en Stern de opmars maken voor het uiteindelijke pleidooi van Multatuli (Dekker zelf).
Max Havelaar is een autobiografische roman. Dekker giet verschillende aspecten van zijn leven in de personages:
-Sjaalman, die ontslagen is door een boekhandelaar en arm is.
-Stern, een schrijver die trouw is aan zijn eigen idealen.
-Havelaar, die opstaat tegen het onrecht in Nederlands-Indië en zich niet laat ompraten.
-Multatuli, die vecht voor erkenning en eerherstel.
Het personage Droogstoppel dient als karikatuur. Droogstoppel is de belichaming van de onverschilligheid van de Nederlanders, die de misstanden op Nederlands-Indië als onbelangrijk beschouwen.
Dekker was zelf assistent-resident van Lebak in de 19e eeuw. Het personage Havelaar is de belichaming van Dekkers strijd om de misdaden in Nederlands-Indië te beëindigen. Dekker wilde met dit verhaal de lezer aan het denken zetten over zijn ondervindingen omtrent 19e eeuws Nederlands-Indië.
Ik vond Max Havelaar een zeer boeiend verhaal. De strijd van Havelaar (Dekker) om de Javanen op Nederlands-Indië een beter leven te geven vind ik erg aansprekend. Ook vind ik het erg spijtig dat Dekker tijdens zijn leven niet serieus is genomen. Hij verdiende beter.
Recensies:
- http://literom.nbdbiblion.nl/literom/resultaten/321306
- http://literom.nbdbiblion.nl/literom/resultaten/33151
Max Havelaar is een dubbelroman. Er zijn 2 verhaallijnen die met elkaar verbonden zijn:
- Het 'Hollandse' verhaal van en over Droogstoppel.
- Het 'Indische' verhaal van Stern over Max Havelaar.
Het verhaal eindigt met een slotschrift van Multatuli zelf.
Het boek is eigenlijk een pleidooi van Dekker, waarin de verhaallijnen van Droogstoppel en Stern de opmars maken voor het uiteindelijke pleidooi van Multatuli (Dekker zelf).
Max Havelaar is een autobiografische roman. Dekker giet verschillende aspecten van zijn leven in de personages:
-Sjaalman, die ontslagen is door een boekhandelaar en arm is.
-Stern, een schrijver die trouw is aan zijn eigen idealen.
-Havelaar, die opstaat tegen het onrecht in Nederlands-Indië en zich niet laat ompraten.
-Multatuli, die vecht voor erkenning en eerherstel.
Het personage Droogstoppel dient als karikatuur. Droogstoppel is de belichaming van de onverschilligheid van de Nederlanders, die de misstanden op Nederlands-Indië als onbelangrijk beschouwen.
Dekker was zelf assistent-resident van Lebak in de 19e eeuw. Het personage Havelaar is de belichaming van Dekkers strijd om de misdaden in Nederlands-Indië te beëindigen. Dekker wilde met dit verhaal de lezer aan het denken zetten over zijn ondervindingen omtrent 19e eeuws Nederlands-Indië.
Ik vond Max Havelaar een zeer boeiend verhaal. De strijd van Havelaar (Dekker) om de Javanen op Nederlands-Indië een beter leven te geven vind ik erg aansprekend. Ook vind ik het erg spijtig dat Dekker tijdens zijn leven niet serieus is genomen. Hij verdiende beter.
Auteur: | Multatuli | |||||
Jaar uitgave: | 1860 | |||||
Uitgeverij: | De Ruyter | |||||
Plaats: | Amsterdam | |||||
Aantal pagina's: | 284 |
Recensies:
- http://literom.nbdbiblion.nl/literom/resultaten/321306
- http://literom.nbdbiblion.nl/literom/resultaten/33151